Verkeersrecht: wat als je meerdere verkeersboetes van op eenzelfde plaats ontvangt?
De meeste mensen hebben al eens een snelheidsovertreding gemaakt en daarvoor een verkeersboete in de brievenbus ontvangen. Maar wat als je meerdere boetes ontvangt voor overtredingen op eenzelfde plaats en op dezelfde dag? Wat kan je in zo'n geval het beste doen? In onderstaand blogbericht worden deze vragen in heldere taal beantwoord.
Snelheidsovertreding en de gevolgen
Je begaat een snelheidsovertreding wanneer je logischerwijze sneller rijdt dan de maximumsnelheid die toegelaten is op de openbare weg. Je kan een snelheidsovertreding begaan door bijvoorbeeld een trajectcontrole. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat een snelheidsovertreding, vastgesteld door een trajectcontrole, rechtmatig is aangezien de slimme camera bepaalt dat je op een bepaald tijdstip tijdens het traject minstens sneller reed dan de gemiddelde snelheid.[1]
De gevolgen van een snelheidsovertreding zijn verschillend naargelang de snelheid, de plaats van overtreding en de persoonlijke situatie van overtreder. In onderstaand overzicht worden de gevolgen weergegeven volgens de snelheid.[2]
Soorten snelheidsovertredingen
Lichte snelheidsovertreding
- < 20 km/u te snel in bebouwde kom, zone 30 of schoolomgeving;
- < 30 km/u te snel op een andere weg;
- Gevolg: onmiddellijke inning of voorstel tot minnelijke schikking.
Zware snelheidsovertreding
- ˃ 20 km/u te snel in bebouwde kom, zone 30 of schoolomgeving;
- ˃ 30 km/u te snel op een andere weg;
- Gevolg: mogelijks verschijning voor rechtbank indien Openbaar Ministerie dagvaardt.
Zwaardere snelheidsovertreding
- Vanaf 30 km/u te snel in bebouwde kom, zone 30 of schoolomgeving;
- Vanaf 40 km/u te snel op een andere weg;
- Gevolg: verschijning voor rechtbank.
Bij een lichte overtreding wordt er in eerste instantie een onmiddellijk inning voorgesteld door de politie. Hiervoor kan je een afbetalingsplan aanvragen. Wanneer je de onmiddellijke inning niet betaalt, krijg je een aanmaning om alsnog over te gaan tot betaling. Doe je dat niet, dan kan het Openbaar Ministerie een voorstel tot minnelijke schikking doen voor elke overtreding. Wanneer je niet ingaat op het voorstel, kan het Openbaar Ministerie je dagvaarden voor de politierechtbank.
Bij een zware overtreding moet je mogelijks verschijnen voor de politierechtbank. Het Openbaar Ministerie heeft een keuze om je te dagvaarden voor de rechtbank of te seponeren. Seponeren houdt in dat het Openbaar Ministerie beslist om je niet te vervolgen, zodat je niet naar de rechtbank moet gaan voor de betreffende overtreding.
Bij een zwaardere overtreding is de kans groot dat je moet verschijnen voor de politierechtbank ondanks het feit dat het Openbaar Ministerie de keuze heeft om je al dan niet te vervolgen.
Indien je in bovenstaande situaties wordt gedagvaard, riskeer je een geldboete van 10,00 EUR tot en met 500,00 EUR. Let wel, deze geldboete wordt vermenigvuldigd met acht opdeciemen.[3] Concreet kan de geldboete dus oplopen van 80,00 EUR tot en met 4.000,00 EUR.[4]
Bovendien kan de rechter een rijverbod opleggen van minimum acht dagen tot vijf jaar.[5] De rechter heeft een keuzevrijheid om de hoogte van de geldboete dan wel de duur van het rijverbod te bepalen. Hij/Zij houdt rekening met de gecorrigeerde snelheid[6], de plaats van overtreding en de omstandigheden met name verzachtende alsook verzwarende omstandigheden[7], de leeftijd van de bestuurder, een overtreding met een verkeersongeval tot gevolg…
De politierechter heeft ook de mogelijkheid om je opschorting en/of uitstel te verlenen van de straf voor zowel de geldboete als het rijverbod.[8] Bij uitstel van het rijverbod moet de rechter minimum een rijverbod opleggen van acht dagen.[9]
Eenheid van opzet
Eenheid van opzet kan in je voordeel werken in geval van meerdere snelheidsovertredingen op eenzelfde plaats binnen een welbepaalde periode.
Eenheid van opzet houdt in dat de politierechter meerdere feiten, in het bijzonder de verschillende snelheidsovertredingen, kan samenvoegen tot één geheel wegens een voortdurende en opeenvolgende uitvoering van de overtreding (artikel 65, eerste lid, tweede zinsnede Strafwetboek).
In dergelijk geval spreekt de rechter één straf uit, namelijk de zwaarste straf. Op deze manier betaal je eenmalig een geldboete die doorgaans lager is dan de som van de snelheidsovertredingen dan wel de som van de uitspraak van elke geldboete.
Er moet worden opgemerkt dat de politierechter niet verplicht is eenheid van opzet te onderzoeken, maar dat dat dit gevraagd moet worden.[10] Hiervoor kan je terecht bij onze gespecialiseerde advocaten om onder andere eenheid van opzet op te werpen voor of tijdens de zitting bij de politierechtbank.
De politierechter kan vrij oordelen welke snelheidsovertredingen hij/zij in aanmerking neemt voor de eenheid van opzet.[11] Indien de rechter van oordeel is dat er geen voorgezette en opeenvolgende uitvoering is van de verschillende snelheidsovertredingen, is hij/zij niet gehouden redenen op te geven waarom hij/zij een veroordeling uitspreekt met verschillende straffen in plaats van de zwaarste straf.[12]
Slotsom
Wanneer je één of meerdere snelheidsovertredingen hebt ontvangen met als gevolg een geldboete, een proces-verbaal of een dagvaarding, staat Alta Advocaten klaar om je te helpen met omstandig juridisch advies. We bekijken vrijblijvend samen met jou wat de beste optie is.
Daarnaast kan jouw autoverzekering rechtsbijstand omvatten. Op deze manier vergoedt jouw autoverzekeraar de erelonen en kosten van de advocaat.
Tot slot adviseren wij je om desgevallend positief te reageren op de brief van het Openbaar Ministerie om een sensibiliseringscursus te volgen bij VIAS ten bedrage van circa 300,00 EUR. Dit zorgt ervoor dat de politierechter je een herstel van het recht op sturen kan aanbieden conform de Wegverkeerswet.[13]
Bron: G. JOCQUÉ en R. SIERENS, "Wet 8 juni 1867" in Duiding Wegverkeer, 3e editie, Bruxelles, Intersentia, 2016, 1053-1059.
[1] Cass. 9 januari 2018, RABG 2018, afl. 6, 533.
[2] Voor de goede orde geeft de tabel gecorrigeerde snelheden weer.
[3] Art. 1, eerste lid Wet 5 maart 1952 betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten, BS 3 april.
[4] Art. 29, §3, eerste lid Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.
[5] Art. 29, §3, derde lid juncto art. 38, §1, 3°bis Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.
[6] Art. 29, §3 tweede lid Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.
[7] Zie bijvoorbeeld respectievelijk art. 29, §4 eerste lid en in fine Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.
[8] Art. 8 Wet 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 17 juli 1964.
[9] Art. 41 Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.
[10] Cass. 22 november 1948, Pas. 1948, I, 648.
[11] Cass. 9 november 1976, Pas. 1977, I, 281.
[12] Cass. 10 februari 2010, NC 2010, afl. 5, 293.
[13] Art. 38, §3, 5° Wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 maart 1968.